Kernenergie in Japan
Japan is de 5e grootste elektriciteitsconsument ter wereld. Het is een land dat voor meer dan 90% afhangt van import voor zijn energiebehoefte. Het ongeval van Fukushima heeft in 2011 geleid tot de stillegging van alle kernreactoren. Vandaag functioneren 5 kernreactoren in alle veiligheid. U zal in dit artikel ontdekken wat het belang is van kernenergie voor Japan en de Japanse economie.
De Japanse elektriciteitsmix: fossiele brandstoffen en invoer
Sinds 1973 is kernenergie een nationale strategische prioriteit. Kernenergie maakt deel uit van een diversificatiebeleid voor de energievoorzieningsbronnen. Vandaag functioneren 5 kernreactoren in alle veiligheid. Een twintigtal andere zijn in afwachting van de vergunningen om opnieuw op te starten en de bouw van nieuwe reactoren toont aan dat kernenergie één van de pijlers blijft van de Japanse elektriciteitsmix tegen 2030.
In 2010 bedroeg het percentage van energieonafhankelijkheid 19,9%. Ten gevolge van de stillegging van de reactoren in 2011, is dit percentage gezakt tot 6,1% in 2013. Een zeer laag niveau waarmee Japan voorlaatste staat op een lijst van de 34 landen die deel uitmaken van de OESO. Met de stillegging van het nucleaire park sinds maart 2011, heeft Japan massaal fossiele brandstoffen moeten importeren om elektriciteit te produceren. De elektriciteitsprijzen zijn de hoogte ingeschoten en het zijn de hoogste prijzen in vergelijking met de andere grote economische wereldmachten. Ook de CO2-uitstoot is gestegen. Voor het kernongeval in Fukushima, was kernenergie goed voor 20 à 25% van de elektriciteitsproductie in Japan.
De Japanse elektriciteitsmix was in 2015 voor 82,2% afhankelijk van fossiele brandstoffen (aardgas, steenkool en olie), waterkracht was goed voor 8,4% en de rest in volgorde van belangrijkheid: biobrandstoffen, zonne-energie, kernenergie, windenergie en aardwarmte.
Het energiebeleid 2030-2050: focus op de vermindering van de invoer, de prijzen en de CO2-uitstoot
In het kader van de ontwikkeling van de energiestrategie van het land tegen 2030, heeft de overheid als doelstelling om:
- de energieafhankelijkheid te verminderen;
- de elektriciteitsprijzen te doen dalen door de ontwikkeling van hernieuwbare energie en de heropstart van de kerncentrales;
- de CO2-uitstoot en andere broeikasgassen te verminderen.
Tegen 2050 wil Japan de uitstoot van broeikasgassen terugdringen met 80%. Om deze doelstellingen te behalen, heeft de regering voorgesteld dat het aandeel van kernenergie daarom opnieuw 20 tot 22% moet bedragen, het aandeel van hernieuwbare energie 22 tot 24% en dat het aandeel van de fossiele brandstoffen daalt tot 56%.
De Japanse kerncentrales
Begin 2018 zijn er 5 reactoren in werking
21 andere kernreactoren wil men opnieuw opstarten. Deze hebben de stresstests te doorstaan en dienden de aanvragen in om opnieuw op te starten. De procedures voor de heropstart zijn erg lang, want er moet eerst een groen licht komen van de onafhankelijke controleautoriteit (NRA), daarna het akkoord van de regionale en lokale overheden.
Twee reactoren zijn in aanbouw. De reactor van Shimane-3 is bijna klaar. De bouw van de reactor van Ohma werd hervat in oktober 2012.
De werkingsduur van de bestaande reactoren uitgebreid van 40 tot 60 jaar.
De ‘Nuclear Regulatory Authority’, het Japanse controleorganisme, voert vanaf het 35e jaar dat een reactor in werking is, een diepgaand onderzoek om te kijken of er een vergunning kan gegeven worden om tot 60 jaar operationeel te blijven (20 jaar langer dan de 40 jaar). Eind 2017 hebben drie reactoren die verlenging gekregen.

Het kernongeval in Fukushima
Op 11 maart 2011 volgde na een zware aardbeving een tsunami die een deel van de noordoostelijke kust van Japan vernielde. De tsunami veroorzaakte ook ernstige schade aan de kerncentrale van Fukushima en heeft geleid tot het kernongeval.
Een dergelijk ongeval is vrijwel onmogelijk in België. België ligt niet in een seismisch actief gebied en tsunami’s komen er niet voor. Op het technische vlak, hebben de Belgische kernreactoren verschillende voordelen in vergelijking met de reactoren van Fukushima. De Belgische drukwaterreactoren (PWR-reactoren) hebben drie totaal onafhankelijke circuits, tegenover twee circuits bij de kokendwaterreactoren van Fukushima (BWR-reactoren). Bovendien zijn de Belgische kernreactoren geïsoleerd aan de buitenkant met een dubbel insluitingsvat. De gebouwen van de Belgische reactoren zijn ook uitgerust met passieve waterstofrecombinatoren, die het risico op explosies door waterstof teniet doen. Dat was niet het geval in Fukushima.
Onmiddellijk na het ongeval werd een groot plan van kracht, zowel van de overheid om de vervuiling buiten de site aan te pakken, als van de uitbater Tepco om de verschillende gevolgen van het ongeval aan te pakken.

Beheer van kernafval
Japan heeft gekozen voor de opwerking van de gebruikte splijtstofelementen. Sinds het begin van het Japanse kernprogramma, werden de splijtstofelementen opgewerkt in de fabriek van La Hague in Frankrijk. Vandaag bouwt Japan aan de opwerkingsinstallatie van Rokkasho. Deze zou moeten operationeel zijn in 2021.
Ondergrondse opslaginstallatie
Het radioactief afval afkomstig van de opwerking zal in de toekomst definitief opgeslagen worden in de ondergrondse installaties die werden gegraven in diepe en stabiele geologische grondlagen. Japan heeft een onderzoekslaboratorium opgericht in het noorden van het land, dat Honorobe Underground Research Center heet. De bedoeling is om via de wetenschap en techniek te bewijzen dat het haalbaar en veilig is om dat afval op te slaan in diepe geologische grondlagen. De onderzoeksplanning strekt zich uit over 20 jaar. Tegelijkertijd zoekt NUMO (Nuclear Waste Management Organization of Japan) sites en gemeentes die in aanmerking komen voor deze definitieve opslag.
Bronnen: World Nuclear Association, Japan Atomic Industrial Forum, Japan Atomic Energy Agency, IEA (Internationaal Energieagentschap), METI, NUMO, SFEN, IAEA.