Het IAEA ontwikkelt testkits, op basis van nucleaire technologie, om een snelle detectie van het coronavirus mogelijk te maken bij mens en dier
Het coronavirus vormt ongetwijfeld een van de grootste uitdagingen van de 21e
eeuw tot nu toe. Tal van sectoren proberen hun steentje bij te dragen om het virus, en de impact ervan, tot een minimum te beperken. Ook de nucleaire sector levert een belangrijke bijdrage.
Nucleaire technologie kent veel verschillende en erg diverse toepassingen. Natuurlijk is iedereen vertrouwd met kernenergie (het opwekken van elektriciteit door het splitsen van atomen) en heel wat mensen weten ook dat nucleaire technologie wordt ingezet voor medische toepassingen, bij de diagnose en behandeling van tal van ziektes, waaronder kanker. Maar niet veel mensen weten dat nucleaire technologie ook nuttig is bij de bestrijding van virussen en infectieziekten, waaronder ebola, malaria en zika.
Nucleaire technologie in de strijd tegen corona
Het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) in Wenen heeft zijn knowhow voor de snelle detectie van infectieziekten nu ook aangewend om het coronavirus snel te kunnen detecteren. De nieuwe technologie is effectief, kostenefficiënt en milieuvriendelijk. En snel, want hij geeft na enkele uren uitsluitsel of iemand is besmet of niet.
Hoe werkt het?
Het procedé (RT-PCR) identificeert bepaalde processen die in de genen plaatsvinden (met betrekking tot DNA-herstel, celcycluscontrolepunt en apoptose) . De techniek kan ons veel vertellen over de aanwezigheid of niet van een virus in een organisme, en de transmissiepaden van het virus. RT-PCR maakt in heel korte tijd miljoenen tot miljarden kopieën van een specifiek DNA-monster, waardoor wetenschappers een zeer klein monster van het DNA kunnen nemen en dit tot een voldoende grote hoeveelheid laten toenemen om het in detail te bestuderen.
Next steps
Volgende week zal het IAEA vanuit zijn labo’s in Wenen (Seibersdorf) beginnen met de opleiding en verspreiding van diagnosekits aan artsen uit Cambodja, Congo, Ivoorkust, Ethiopië, Kenia, Madagascar, Maleisië, Mongolië, de Filippijnen, Sri Lanka, Thailand en Vietnam. Later volgen ook trainingen voor landen uit Zuid-Amerika en de Caraïben. In totaal vroegen al 14 landen hulp aan het IAEA of de FAO (Food Agriculture Organisation).
Meer info vind je op de website van het IAEA.